Morgen zul je wat beleven, morgen is het huis te klein.
Wat zal dat een drukte geven, morgen zal het Kerstmis zijn.
´t Is een feest en ieder jaar,
vieren wij dat met elkaar.

Nog een nachtje heerlijk dromen, nog een keertje vroeg naar bed.
En dan zal de Kerstman komen, morgen wordt de boom gezet.
Alles staat in dozen klaar,
morgen word het sprookje waar.

Mooi hoog hangt de mooiste lichtboom in de balzaal van ´t paleis.
Glanst en glinstert al het speelgoed in ons kleine paradijs.
Vader leest een kerstverhaal,
en we luisteren allemaal.

Moeder zal weer zelf gaan bakken, ´k weet dat het iets lekkers wordt.
Ik heb zo de smaak te pakken, en dan kom ik niets te kort.
In de keuken bij ´t fornuis,
daar voel ik me altijd thuis.

Denkend aan de dag van morgen, klopt mijn hart vol dankbaarheid.
Want mijn ouders die bezorgen mij toch maar een fijne tijd.
Thuis, de mooiste plek op aard.
Thuis vindt je een eigen haard.